Sal - Als kind droomde ik ervan om ooit mee te mogen rijden van Parijs naar Dakar. Het is er helaas nooit van gekomen. Toch heb ik een goed alternatief gevonden. Met een Defender rondrijden op Kaapverdië, een eiland zo groot als Terschelling, in Afrika.
|
Gilbert Vogt met een stoere Defender op Kaapverdië |
Met een groep rijden we over zanderige heuvels, en van de ene naar de andere kant van een dorp. Hierbij is toch een soort van gekoesterde droom voor mij in vervulling gegaan. Ik kan echt waanzinnig genieten van de kale zandvlakten met verder helemaal niets er om me heen. Zoals ik dat ook kan op het eiland Schiermonnikoog, ik ben namelijk eilanden gek, daar is ook ‘niets’ behalve het strand en de duinen.
We rijden langs de kust een berg op. De 4 x 4 heeft hier geen enkele moeite mee. Eenmaal op de berg kijk je wijds uit over een groot gedeelte van het eiland. Opvallend is dat hier allemaal steentjes in bergjes zijn opgestapeld. Dat betekent hier helemaal niets maar op Aruba is het een ode aan iemand die overleden is.
|
Opgestapelde steentjes op Kaapverdië |
Als we verder gaan rijden we door een soort bos heen. Links en rechts staan wat verdroogde palmbomen. Ze hebben de droogte niet overleefd. Het heeft hier namelijk al zeven jaar niet meer geregend. Dat is in ons kikkerlandje toch niet voor te stellen.
Voordat we het dorp met de haven inrijden zien we vreselijk armoedige hutjes staan, of iets wat er voor doorgaat. Ook zien ook overal loslopende honden. Verder valt op dat er overal veel afval rondslingert. Het is niet voor te stellen dat hier echt mensen wonen, maar het is toch echt zo. We zien ze uit hun hutjes komen.
In het dorpje aan de haven staan ‘normale huizen’. In ieder geval zijn ze van steen gemaakt. De mannen gaan elke dag de zee op om vis te vangen. Een man in de haven zegt tegen mij: “In Afrika overleven we en in het Westen leven de mensen. Dat zal nooit veranderen, ook niet in de toekomst,” zegt hij enigszins teleurstellend. “Maar dat is het leven”, zegt hij tenslotte.
|
Elke dag vissen voor het avondeten op Kaapverdië |
Ik realiseer me dat wij op de goede plek zijn geboren en hij niet. Alhoewel, hij komt zeker niet ongelukkig op mij over. Sterker nog: ik zie toch ook een brede grijns en wat spierwitte tanden. Wij in het Westen hebben elke dag stress en hij niet. Hij ziet wel hoe hij de dag doorkomt.
De inkomsten van de mensen is ongeveer € 200 per maand. Wil je elke dag vers drinkwater in een jerrycan hebben? Dan kun naar de watervoorziening lopen om het met gezuiverd water te vullen. Dat kost ongeveer € 40 per maand. Wil je elektriciteit hebben, dan kost dat ongeveer € 60 per maand. Een kind moet verplicht naar de lagere school, kost € 30 per maand. Het levensonderhoud is dus echt niet goedkoop. Toch hoeft niemand op het eiland echt honger te lijden. Je koopt al een zak met rijst voor een eurootje, en vissen kan iedereen.
|
Armoede op Kaapverdië Sal |
Een aantal inwoners van het eiland probeert souvenirs aan toeristen te verkopen. Dat zorgt voor wat inkomen. Maar vergis je niet, het is iedere dag hard werken om iets aan de man te brengen. Toch dwingen ze hiermee wel een soort van respect mee af. Je moet het maar kunnen dag in dag uit. Ik kan het niet laten om iets van ze te kopen, al weet ik niet precies wat ik er in Nederland mee moet doen, maar goed. Het geeft een blij gevoel om iemand gelukkig te maken. Een dakloze geef ik soms in Nederland ook wel eens wat en daar hoef ik geen krant voor terug te hebben.
|
Souvenirs op Kaapverdië |
Je hoeft op het eiland Sal niet te zoeken naar armoede. Als we een eiland ritje maken in de jeep, dan komen we ze overal tegen. Het is daarom onbegrijpelijk dat in al die ressorts geen systeem bestaat om al het overgebleven voedsel te verdelen onder de armen. Ook zou er bij elk ressort een verzamelbak moeten staan waar je afgedankte kleding in kan gooien om te hergebruiken.
|
Watervoorziening op Kaapverdië - Sal |
In het ressort waar staan lange buffetten met heerlijk eten. Het kan eigenlijk niet op. Ik voel me eigenlijk wel opgelaten als we zo langs die hutjes rijden en ik bedenk dat zij niet eens water hebben, geen wc hebben, en misschien niet eens een bed hebben om op te slapen. Dat ze bij een verzamelpunt water moeten kopen. Dat ze altijd zuinig aan moeten doen. Wat zei die man ook alweer: “In Afrika overleven we, in het Westen leven jullie.”
|
Tijdens de toertocht komen we tussen de lava de zee tegen |
Toch heerst er in de dorpjes helemaal geen onrust of zo. Een visser moet toch elke dag maar visvangen, terwijl wij in het Westen elke maand salaris ontvangen om boodschappen te kunnen doen.
|
Zoutvoorziening voor het eiland en attractie voor de toeristen |
Wij in het Westen willen alleen maar meer en meer, maar zijn we nog wel gelukkig? Worden we wel gelukkiger van een nieuwe auto? Misschien heel even, maar dat verdwijnt al snel als de buurman ook een nieuwe en nog grotere auto heeft gekocht. Gelukkig zijn met materiaal is maar kort geluk. Gelukkig zijn met een visje en een zak rijst is de basis van het leven. Als een eilander naar me lacht, want ze zijn heel vriendelijk, dan kan ik mij ineens zo intens gelukkig voelen. Met (bijna) niks en dan toch heel gelukkig zijn: hoe mooi is dat?
|
Kinderen gaan verplicht naar school en hebben een schooluniform aan |
Wij kennen dat gevoel van overleven helemaal niet, wij leven in een verzorgingsstaat. Alles is hier geregeld, tegen het betuttelende aan. Na de Tweede Wereldoorlog is ons land gaan groeien en groeien. En we kregen steeds meer en meer, het werd rijkdom een doel op zich. Toch lopen er in het Westen lopen veel ontevreden mensen. Veel meer dan in een land zoals Afrika, waar ze met een zakkie rijst en een visje al heel blij kunnen zijn - En zo rijden na uren weer terug naar ons hotel. Een ritje dat bij mij letterlijk veel stof heeft doen opwaaien.
www.gilbertvogt.nl