Huizen - Het is oudejaarsavond 2010. Typische een avond om met het gezin een spelletje te spelen, hapje te eten, wijntje te drinken, en het openhaardje aan te doen, als we plotseling door een moord worden opgeschrikt.
Op oudejaarsavond hebben we al een paar jaar een traditie met het gezin. We spelen spelletjes Rummikub, en gaan we sjoelen. We gaan er echt helemaal op los, ieder jaar weer. En van spelen krijg je honger, dus ontbreken de oliebollen en appelflappen ook dit jaar weer niet. Als het mijn beurt is om te sjoelen kijk ik nog even half door het raam naar buiten. Ik zie nog net iemand aan de overkant van het donkere straatje over wat ijsresten lopen. Dit jaar was mijn zoon (13) goed op dreef, hij won bijna alles. Het is gewoon niet meer leuk om tegen hem te moeten spelen.
De televisie staat aan voor de klok, en om precies twaalf uur gaan de glazen omhoog: “Gelukkig Nieuwjaar.” ’s Middags hadden we vuurwerk gekocht en mijn zoon was niet meer te houden. Toen we buiten stonden, begon hij meteen met afstekken. Een prachtig gezicht om zo’n jongen bezig te zien, het wordt nu echt een grote vent. Ik kijk op naar de plek waar ik eerder een man dacht te zien lopen. Doordat het wat mistig was geworden, zag ik het opnieuw niet goed - Nee hè – maar volgens mij ligt daar toch iemand op de grond.
Ik twijfelde enigszins, maar stak de straat over het donkere straatje in. En ja hoor, hoe dichter ik bij kwam, hoe meer de plastic zak op iemand begon te lijken. Help, het was een man. Hij lag op zijn rug, met zijn mond open en zijn ogen waren gesloten. Hij had een hoofdwond en het bloed liep van zijn kale hoofd, via zijn oor, naar beneden. ‘Oh, KUT, die man is vermoord, door zijn hoofd geschoten,’ dacht ik meteen. Het moet een man van middelbare leeftijd geweest zijn. Verder hing zijn broek op zijn knieën en had hij een onderbroek aan uit grootmoederstijd. - Ohhh wat erg, om zo aan je eind te moeten komen - .
Ineens, of misschien wel gelukkig, trok de onbekende man zijn knie omhoog, maar zijn ogen bleven gesloten. Ik schrok met een rotje, en in een soort paniek, liep ik van de man weg de straat weer over naar mijn huis. Mijn zoon was nog steeds nietsvermoedend vuurwerk aan het afsteken, en mijn dochter stond de hele wereld Gelukkig Nieuwjaar te sms’en. “Melis,” schreeuwde ik. “Geef me je mobieltje, er ligt een gewonde man in het donkere straatje…Bel 112.”
Ik kreeg haar mobieltje en de centrale, maar bij het doorverbinden naar Huizen verbrak telkens de lijn. Wat moet ‘die kale man’ het toch ontzettend eenzaam zijn geweest om daar zo alleen te liggen. Is er dan helemaal niemand die om hem bekommerd, behalve ik tijdens oud en nieuw? Als ik weer naar de man terugloop komt er toevallig een politieauto de straat ingereden. Ik begin heftig te schreeuwen en te zwaaien, maar ze rijden gewoon door. Vermoedelijk denken ze dat ik wat uitbundig ben vanwege de jaarwisseling.
Mijn kinderen beginnen langs de kant van de straat ook te schreeuwen en te zwaaien. En warempel, bij de eerste verkeersgeleider draait de Volvo om. Als het raampje opengaat en ik mijn verhaal vertel stapt een van de agentes al uit. Samen lopen we het donkere straatje in. De man ligt er nog net zo bij als ik hem had achtergelaten. De man probeert nu zelfs een beweging te maken om op te staan, zo lijkt het, maar dat lukt niet echt. “Rustig maar meneer, blijf liggen, we hebben een ambulance voor u gebeld,” zegt de tweede agente. De man valt met een klap naar achteren op de bevroren stenen. Zijn ogen zijn niet open geweest en hij heeft niets gezegd.
Wat duurt het toch lang als je moet wachten op een ambulance. Het vuurwerk ontgaat me totaal en de oudejaarsnacht gaat gewoon aan me voorbij. Inmiddels komen er meer toeschouwers uit de buurt een kijkje nemen. De man wordt op een gegeven moment zelfs door iemand herkend. Het moet inmiddels half één geweest zijn, ik weet het niet meer precies. De man beweegt nu helemaal niet meer. Gelukkig, daar komt de ambulance er eindelijk aan. En gelukkig, mijn ‘heldendaad 2011’ zit er op. Ik loop naar mijn kinderen terug. Mijn zoon is nog steeds vuurwerk aan het afsteken en ik kijk weer met hem mee, alsof er niets is gebeurd. We hebben al een paar jaar een traditie met het gezin, maar hier maken we maar geen gewoonte van. ***Gelukkig Nieuwjaar***
[Het verhaal is waar gebeurd en vond plaats in de oudejaarsnacht van 2010 op 2011 in onze straat. In 2011 ga ik mijn eerste boek schrijven. Mijn doel is om voor de volgende jaarwisseling klaar te zijn.]
Op oudejaarsavond hebben we al een paar jaar een traditie met het gezin. We spelen spelletjes Rummikub, en gaan we sjoelen. We gaan er echt helemaal op los, ieder jaar weer. En van spelen krijg je honger, dus ontbreken de oliebollen en appelflappen ook dit jaar weer niet. Als het mijn beurt is om te sjoelen kijk ik nog even half door het raam naar buiten. Ik zie nog net iemand aan de overkant van het donkere straatje over wat ijsresten lopen. Dit jaar was mijn zoon (13) goed op dreef, hij won bijna alles. Het is gewoon niet meer leuk om tegen hem te moeten spelen.
De televisie staat aan voor de klok, en om precies twaalf uur gaan de glazen omhoog: “Gelukkig Nieuwjaar.” ’s Middags hadden we vuurwerk gekocht en mijn zoon was niet meer te houden. Toen we buiten stonden, begon hij meteen met afstekken. Een prachtig gezicht om zo’n jongen bezig te zien, het wordt nu echt een grote vent. Ik kijk op naar de plek waar ik eerder een man dacht te zien lopen. Doordat het wat mistig was geworden, zag ik het opnieuw niet goed - Nee hè – maar volgens mij ligt daar toch iemand op de grond.
Ik twijfelde enigszins, maar stak de straat over het donkere straatje in. En ja hoor, hoe dichter ik bij kwam, hoe meer de plastic zak op iemand begon te lijken. Help, het was een man. Hij lag op zijn rug, met zijn mond open en zijn ogen waren gesloten. Hij had een hoofdwond en het bloed liep van zijn kale hoofd, via zijn oor, naar beneden. ‘Oh, KUT, die man is vermoord, door zijn hoofd geschoten,’ dacht ik meteen. Het moet een man van middelbare leeftijd geweest zijn. Verder hing zijn broek op zijn knieën en had hij een onderbroek aan uit grootmoederstijd. - Ohhh wat erg, om zo aan je eind te moeten komen - .
Ineens, of misschien wel gelukkig, trok de onbekende man zijn knie omhoog, maar zijn ogen bleven gesloten. Ik schrok met een rotje, en in een soort paniek, liep ik van de man weg de straat weer over naar mijn huis. Mijn zoon was nog steeds nietsvermoedend vuurwerk aan het afsteken, en mijn dochter stond de hele wereld Gelukkig Nieuwjaar te sms’en. “Melis,” schreeuwde ik. “Geef me je mobieltje, er ligt een gewonde man in het donkere straatje…Bel 112.”
Ik kreeg haar mobieltje en de centrale, maar bij het doorverbinden naar Huizen verbrak telkens de lijn. Wat moet ‘die kale man’ het toch ontzettend eenzaam zijn geweest om daar zo alleen te liggen. Is er dan helemaal niemand die om hem bekommerd, behalve ik tijdens oud en nieuw? Als ik weer naar de man terugloop komt er toevallig een politieauto de straat ingereden. Ik begin heftig te schreeuwen en te zwaaien, maar ze rijden gewoon door. Vermoedelijk denken ze dat ik wat uitbundig ben vanwege de jaarwisseling.
Mijn kinderen beginnen langs de kant van de straat ook te schreeuwen en te zwaaien. En warempel, bij de eerste verkeersgeleider draait de Volvo om. Als het raampje opengaat en ik mijn verhaal vertel stapt een van de agentes al uit. Samen lopen we het donkere straatje in. De man ligt er nog net zo bij als ik hem had achtergelaten. De man probeert nu zelfs een beweging te maken om op te staan, zo lijkt het, maar dat lukt niet echt. “Rustig maar meneer, blijf liggen, we hebben een ambulance voor u gebeld,” zegt de tweede agente. De man valt met een klap naar achteren op de bevroren stenen. Zijn ogen zijn niet open geweest en hij heeft niets gezegd.
Wat duurt het toch lang als je moet wachten op een ambulance. Het vuurwerk ontgaat me totaal en de oudejaarsnacht gaat gewoon aan me voorbij. Inmiddels komen er meer toeschouwers uit de buurt een kijkje nemen. De man wordt op een gegeven moment zelfs door iemand herkend. Het moet inmiddels half één geweest zijn, ik weet het niet meer precies. De man beweegt nu helemaal niet meer. Gelukkig, daar komt de ambulance er eindelijk aan. En gelukkig, mijn ‘heldendaad 2011’ zit er op. Ik loop naar mijn kinderen terug. Mijn zoon is nog steeds vuurwerk aan het afsteken en ik kijk weer met hem mee, alsof er niets is gebeurd. We hebben al een paar jaar een traditie met het gezin, maar hier maken we maar geen gewoonte van. ***Gelukkig Nieuwjaar***
[Het verhaal is waar gebeurd en vond plaats in de oudejaarsnacht van 2010 op 2011 in onze straat. In 2011 ga ik mijn eerste boek schrijven. Mijn doel is om voor de volgende jaarwisseling klaar te zijn.]
oh wat erg zeg!
BeantwoordenVerwijderenZo de tering, had je niks aan de BHV cursus?
BeantwoordenVerwijderenjajajajjajajaaa echt een goed verhaal
BeantwoordenVerwijderenen ja zo is het echt gebeurd.
Ik trilde een beetje
maar je moet je maar een beetje concentreren op het vuurwerk voordat je zelf nog wonden krijgt!
XxX Robert-Jan