Iedereen heeft zo z’n kleine rituelen. Dingen die je blij maken, ook al snapt niemand precies waarom. Voor mij is dat de grijpmachine op de kermis. Elk jaar opnieuw trekt die kast me aan als een magneet. Niet voor het speelgoed. Niet voor de winst. Maar voor het moment. De focus. De stilte voor het grijpen.
Als ik ergens bezeten van ben, dan is het wel de kermis. En dan bedoel ik niet de botswagentjes of dingen waar je duizelig en spijtig uit stapt. Nee, ik heb het over de grijpmachine. Die mysterieuze kast vol pluche waar je euro’s in gooit en hoop uithaalt.
Als zo’n kast op de kermis staat, ga ik er als een roofdier op af. Mijn ogen speuren de inhoud, mijn pas vertraagt, mijn jachtinstinct neemt het over.
Ik werk doordacht. Eerst loop ik een paar keer om de kasten heen. Ik observeer. Zie hoe anderen hun kansen vergooien. Hoe ze zonder nadenken op de knoppen rammen en met veel gevloek afdruipen. Ik let op welke knuffels los liggen. Of er beweging in het mechaniek zit. En vooral, waar de zwakke plekken zijn.
Twijfel ik? Dan loop ik door. Nog een rondje. Rust bewaren. Mijn energie is kostbaar, en ik wil alleen toeslaan als het écht kan. En dan zie ik ze liggen. Als een cadeautje van het universum: Buurman en Buurman. Nonchalant gedumpt tussen een pinguïn en een verdwaalde eenhoorn. Twee onhandige helden uit de jeugd van mijn kinderen. Mijn handen beginnen al te jeuken.
De machine kijkt me bijna aan. Alsof hij zegt: “Ga je gang. Pak ze.” Ik stop een eurootje in de gleuf. De grijper komt tot leven. Alles trilt en beweegt, maar ik blijf kalm. Richt. Adem in. Adem uit. En dan, op het perfecte moment, druk ik de knop in. De grijper zakt. Pakt. Houdt vast. Buurman nummer één hangt erin. Even lijkt hij te ontsnappen. Maar nee, hij is van mij. In de bak.
Ik ga door voor nummer twee. De mensen om me heen beginnen het nu ook te zien. Een meisje fluistert: “Hij gaat het gewoon doen...” En ik doe het. Langzaam zakt de grijper. Dan: een klik. De klauw opent zich, sluit zich, en klemt zich vast. Geen weg terug. Vast. Gehaald.
Twee buurmannen, veilig geland in de bak alsof ze net een schuurtje verkeerd gemonteerd hebben. Ik kijk ernaar en moet glimlachen. Niet omdat het een enorme prestatie is. Maar omdat het gelukt is. Omdat er, in een kast vol chaos, even iets precies op z’n plek viel.
A je to.
Reacties