Ik worstel al een tijdje met het idee van een avontuur in het buitenland. Een nieuw leven aan de kust, weg van de Nederlandse ratrace. Want eerlijk is eerlijk: ik word een dagje ouder. Ik heb steeds minder zin in het gevoel dat anderen bepalen wat ik moet doen, waar ik moet zijn, hoe ik mijn tijd indeel. Soms voelt het alsof het leven me leeft in plaats van andersom.
Maar goed, ik zit dit nu te typen in mijn eigen tuin. De zon schijnt, de vogels fluiten, en ik voel me eigenlijk best tevreden. Ik woon hier met veel plezier. Het is dus dubbel. Aan de ene kant lonkt dat onbekende buitenland. Aan de andere kant is hier ook veel om van te houden. Misschien is het precies die twijfel die me tegenhoudt. Als ik nou eens een goed plan had… Dan zou ik misschien echt durven.
En toen was daar weer zo’n fijne fly & drive-vakantie.
Deze keer naar Portugal. We hebben dit eerder gedaan via TUI – eerder naar
Sicilië, en ook Andalusië. Alles wordt geregeld: vlucht, huurauto, hotels,
route. Je hoeft alleen nog maar te genieten. Natuurlijk, je kunt ook alles los
boeken, maar ik ben van het gemak. En daar betaal ik graag voor. Oké, soms moet
je kiezen: 25 euro voor een parkeergarage, of de auto drie straten verderop
gratis neerzetten. Kleine afwegingen die het avontuur niet in de weg staan.
Portugal verraste me. Of misschien verraste ik mezelf. Want
ja, steden zijn leuk – maar zodra ik een rivier zie, of de zee ruik, gebeurt er
iets. Het witte zand, de zeelucht, het ruisen van de golven en niet te veel
mensen om me heen: dat is mijn geluk. Ik liep met vrienden langs de boulevard
en dacht ineens: zou ik hier kunnen wonen? Zou ik hier kunnen blijven?
De terugrit naar het vliegveld haalde me even terug in de
realiteit. Wat een chaos op de wegen! Rijders die zonder richting aangeven de
rijbanen oversteken, invoegstroken die nauwelijks bestaan, en een
verkeersmentaliteit waarin remmen een overlevingsstrategie is. We zagen
onderweg brokstukken liggen – stille getuigen van wat er mis kan gaan. Maar wij
kwamen veilig aan. En op dat moment voelde ‘thuiskomen’ als een zegen.
Toch waren het misschien vooral de mensen die deze reis bijzonder maakten. Vrienden die we opnieuw ontmoetten, maar op een diepere laag leerden kennen. De gastvrijheid raakte me. “Blijf gerust slapen. Hier is de sleutel. Doe wat je wilt.” Zo eenvoudig, zo warm. Ik vroeg me af: ben ik zelf eigenlijk wel zo gastvrij? Het zette iets open in me. Vriendelijkheid. Vertrouwen. Vriendschap. Mooie woorden die ik vaker wil voelen.
En dan begint het weer in mijn hoofd. Wat heb je
eigenlijk nodig om een leven op te bouwen in Portugal? Kun je met minder
geld toch een rijk leven leiden? Zou ik mijn werk, mijn dorp, mijn gewoontes
kunnen loslaten? Ben ik daar klaar voor? Of blijf ik dromen, tot het moment
komt waarop het niet meer kan? Omdat ik te oud ben, of de omstandigheden het
onmogelijk maken.
Is het verlangen écht? Of is het gewoon een fijn idee? En
als het verlangen wél echt is… waarom kom ik dan niet in beweging?
Wat maakt het leven daar zo anders? Misschien is het de rust. Behalve in het verkeer dan. Maar de mensen lijken geduldiger. Gemoedelijker. Minder gejaagd. Alles gaat in een ander tempo. Dat raakt iets in mij. Iets dat ik in Nederland soms mis.
Ik zie mezelf weer lopen aan zee. De zon op mijn gezicht. De geluiden van de golven op de achtergrond. Mijn vrienden naast me. En voor een moment – misschien maar heel even – weet ik het zeker: hier word ik gelukkig van.
Reacties