‘Goedemorgen dokter: ik heb last van mijn rechts knie.’
‘Goedemorgen patiënt: hoe lang heb je hier last van?’
‘Ik denk al een half jaar dokter.’ ‘Ok, trek je broek maar naar beneden?’
‘Eh, naar beneden???’
‘Ja, laat je broek maar zakken.’
Ik vraag mij af wanneer mijn vrouw dat voor de laatste keer heeft gevraagd? Ik doe mijn riem los, maak mijn knoop los en zie niets meer door de koplampen. Ik laat langzaam mijn broek zakken. Ik begrijp niet goed wat er met mij gebeurt. Er gaat van alles door mijn hoofd.
De dokter voelt aan mijn knie. ‘Doet het pijn als ik hierop druk,’ zegt ze op een lieve toon tegen mij. Altijd als ik naar de dokter ga, voel ik niets meer…tenminste niet in mijn knie.
Het is de dokter, het is de dokter zeg ik nog eens tegen mijzelf. ‘Ik zie niets zegt ze.’ ‘Dat begrijp ik. Ik zie ook niets, maar ik voel wel pijn. Vooral midden in de nacht. Dan is het net alsof iemand met een breinaald in mijn knie zit te porren.’ Het klinkt ongeloofwaardig als ik het tegen haar zeg.
Ik kijk haar weer aan. Ik zeg niets. Het is net alsof ik aan mijn ijsje wil likken. Ik weet even niet hoe ik daar nou weer op kom. Vind ik haar spannend? Nee, dat nou ook weer niet.
Zou het de aandacht zijn? Ik snap wel dat mensen naar de dokter gaan. Ze krijgen aandacht. Iemand die naar ze luistert. Die meegaat met hun verhaal.
‘Ik zie niets. Ik zie alleen een bobbel in je broekje, maar dat ziet er gezond uit.’ Nee, dat zei ze niet. Straks leest mijn vrouw dit verhaal terug. Wat moet ze wel niet denken. Dan mag ik nooit meer naar de dokter. Zou het die witte jas zijn waar ik ineens op viel? Gelukkig zitten er geen vlekken op.
‘Je mag je broek waar aantrekken,’ zegt ze met een zachte stem… ‘Hoe was het bij de dokter,’ vraagt mijn vrouw. ‘Oh, goed hoor.’
‘Goedemorgen patiënt: hoe lang heb je hier last van?’
‘Ik denk al een half jaar dokter.’ ‘Ok, trek je broek maar naar beneden?’
‘Eh, naar beneden???’
‘Ja, laat je broek maar zakken.’
Ik vraag mij af wanneer mijn vrouw dat voor de laatste keer heeft gevraagd? Ik doe mijn riem los, maak mijn knoop los en zie niets meer door de koplampen. Ik laat langzaam mijn broek zakken. Ik begrijp niet goed wat er met mij gebeurt. Er gaat van alles door mijn hoofd.
De dokter voelt aan mijn knie. ‘Doet het pijn als ik hierop druk,’ zegt ze op een lieve toon tegen mij. Altijd als ik naar de dokter ga, voel ik niets meer…tenminste niet in mijn knie.
Het is de dokter, het is de dokter zeg ik nog eens tegen mijzelf. ‘Ik zie niets zegt ze.’ ‘Dat begrijp ik. Ik zie ook niets, maar ik voel wel pijn. Vooral midden in de nacht. Dan is het net alsof iemand met een breinaald in mijn knie zit te porren.’ Het klinkt ongeloofwaardig als ik het tegen haar zeg.
Ik kijk haar weer aan. Ik zeg niets. Het is net alsof ik aan mijn ijsje wil likken. Ik weet even niet hoe ik daar nou weer op kom. Vind ik haar spannend? Nee, dat nou ook weer niet.
Zou het de aandacht zijn? Ik snap wel dat mensen naar de dokter gaan. Ze krijgen aandacht. Iemand die naar ze luistert. Die meegaat met hun verhaal.
‘Ik zie niets. Ik zie alleen een bobbel in je broekje, maar dat ziet er gezond uit.’ Nee, dat zei ze niet. Straks leest mijn vrouw dit verhaal terug. Wat moet ze wel niet denken. Dan mag ik nooit meer naar de dokter. Zou het die witte jas zijn waar ik ineens op viel? Gelukkig zitten er geen vlekken op.
‘Je mag je broek waar aantrekken,’ zegt ze met een zachte stem… ‘Hoe was het bij de dokter,’ vraagt mijn vrouw. ‘Oh, goed hoor.’
Reacties
Een reactie posten