Ik neem plaats tegenover een vrouw die ik nog nooit heb gezien. Zij gaat straks op de foto. Mijn taak? Haar aan het lachen krijgen. Simpel, zou je denken. Maar wat zeg je dan?
Ze schiet al een beetje in de lach. Mooi.
“En nu,” zeg ik met een zucht, “wil ik met je trouwen?”
Ze kijkt verbaasd, maar geamuseerd.
“Maar ik heb een vriend,” zegt ze.
“Geeft niks,” fluister ik samenzweerderig. “We trouwen gewoon stiekem. Niemand hoeft het te weten. Toch?”
Ze lacht. Hardop. Missie geslaagd.
En dát is precies de bedoeling. Niet de liefde verklaren —
hoewel het goed werkt — maar die glimlach vangen. Want ik figureer. Mijn
gezicht mag dan niet op de voorgrond verschijnen, maar ik ben er wel. Achter de
lach. Achter het verhaal.
Ik mag niks zeggen over het project zelf. Alleen dat er
gelachen moest worden. Later vertel ik er misschien nog eens wat meer over. Nu
gaat het mij vooral om de veelzijdigheid van mijn rol. Want figureren is meer
dan wat verloren lopen in beeld. Je bent vulling.
Van tevoren wist ik alleen de locatie. En dat ik twee setjes
kleding moest meenemen. Iets casuals, stond er. Ja, leuk. Wat is
‘casual’ als je straks in de armen van een denkbeeldige bruid moet duiken?
Op de set werd me alles duidelijk. Nou ja, niet alles. Dat
is ook het leuke aan dit werk: je weet nooit precies waar je belandt. Geen
controle. Geen script vooraf. Alleen je eigen flexibiliteit, je gevoel en je
timing.
Gelukkig voelde ik me hier snel thuis. Dat helpt. Ik doe dit
al jaren, maar eerlijk is eerlijk: die spanning blijft. Altijd een beetje alsof
ik een sportwedstrijd moet spelen. Gezonde zenuwen. En dat maakt het juist
leuk.
Soms droom ik ervan om dit fulltime te doen. Als
zelfstandige. Maar het is onzeker werk. Ik schrijf me vaak in voor rollen — en
word nóg vaker afgewezen. Zonder uitleg. Geen “waarom”, geen “bedankt”.
Gewoon... niets. En nee, dat went niet. Zelfs al weet ik: mijn leven hangt er
niet van af.
Soms sta ik maar één seconde in beeld. Helemaal achteraan.
Als bewegend decor. Je zou me niet herkennen, tenzij je weet dat ik het ben. En
tóch… vind ik het heerlijk.
Het gaat me niet om de spotlights. Niet om het geld. Als ik een leuke dag heb
gehad, met fijne mensen om me heen, dan was mijn optreden geslaagd.
En ach, als het niks wordt met die bruiloft… dan heb ik in
elk geval iemands dag gemaakt. Ook wat waard, toch?
Reacties